7e graad
Broedermaal
Het broedermaal in de 7e graad heeft duidelijk een bijzondere betekenis, vooral binnen loge Compass, die bekendstaat om zijn bourgondische stijl. De combinatie van rituelen en gezamenlijk genieten van eten benadrukt de broederlijke band en de diepe symboliek die aan deze graad verbonden is. Dit soort bijeenkomsten versterkt niet alleen de spirituele verbondenheid, maar ook de culturele en sociale banden binnen loge Compass
Rituelen zijn er grofweg iedere vijf of zes weken in vrijmetselaarsloges. De andere weken is er een ‘comparitie’, een gespreksavond. Iemand houdt dan een persoonlijk getinte inleiding, waarop een respectvolle nabespreking volgt. Na afloop is er een nazit, die als bijnaam ‘de zevende graad’ heeft. Die naam verwijst naar voorbije tijden. Hoe zit dat?
De vrijmetselarij is een symbolisch bouwgilde. Net als in de middeleeuwen zijn er dus drie graden, leerlingen, gezellen en meesters. Rond de twee eeuwen geleden kwam er in Nederland een ‘Orde van de Hoge Graden’, waarbinnen meesters vrijmetselaar zich verder konden verdiepen in aspecten van die drie vrijmetselaarsgraden. Binnen die nieuwe orde bestaan sindsdien vier graden. Tel die op bij de drie graden van de vrijmetselarij en je komt tot zeven graden.
In oude tijden mochten leden die lid waren van alle zeven graden wat langer blijven ‘borrelen’, dan de andere leden. En zo ontstond de naam ‘zevende graad’. Maar die oorsprong is sinds lang vergeten en tegenwoordig zitten nu alle leden bij elkaar in ‘de zevende graad’. Het onderstreept, net als de donkere kostuums bij rituelen, de gelijkwaardigheid van alle leden.